Ook bussen zetten in op elektrische mobiliteit
Biobrandstoffen waren een van de eerste denkpistes om het busbestand te vergroenen. Daarna kwamen aardgas (cng, lng, …) en biogas. Vandaag lijkt de toekomst van de stadsbus vooral bij de elektrische mobiliteit te liggen.
Hybride bussen
Hybride bussen combineren een dieselmotor met een elektrische motor. Die produceert stroom tijdens het remmen en afdalen, en slaat die energie op in batterijen, zodat ze kan worden gebruikt om te rijden. Een computer bepaalt wanneer de bus overschakelt op de elektrische modus. Dat noemen we een parallel geschakelde hybridemotor.
Bij andere modellen zit de technologie iets anders in elkaar: een verbrandingsmotor voedt een generator die stroom produceert om de wielen aan te drijven. We spreken dan over een in serie geschakelde hybridemotor. In beide gevallen wordt ongeveer 20% minder diesel verbruikt en zijn er geen autonomieproblemen. De voertuigen kosten wel meer dan de versies op diesel of gas.
De 100% elektrische bussen zijn in opmars
Al enkele jaren zien we in veel Europese steden steeds meer ‘full electric’ bussen opduiken. Net als gewone auto’s hebben ze een batterij en een elektromotor aan boord. De batterijen worden opgeladen via een snellaadsnoer of een stroomafnemer, een krachtig stroomtoevoersysteem op het dak van het voertuig. De bussen worden voornamelijk ’s nachts opgeladen in de stelplaats, maar indien nodig kan de batterij tijdens een stop langs het traject worden aangevuld om het rijbereik te vergroten.
Dergelijke 100% elektrische bussen zijn volledig uitstootvrij en rijden zacht en soepel, zodat de reizigers niet gestoord worden door lawaai en vibraties. Door de zware batterijen wegen ze wel zwaarder dan een gewone bus, waardoor hellingen oprijden niet eenvoudig is. En ook voor lange afstanden zijn ze niet geschikt. Sinds 2018 is de ENGIE-groep partner van de MIVB, die tegenwoordig 37 elektrische bussen heeft.
En waterstof?
Voertuigen op waterstof zijn ook elektrische voertuigen. In plaats van een batterij zijn ze voorzien van een brandstofcel en een waterstoftank, die worden bijgestaan door een kleine batterij om de tijdens het remmen vrijgekomen energie te recupereren. Op die manier wekken ze hun eigen stroom op: door waterstof te combineren met zuurstof uit de lucht produceert de brandstofcel elektriciteit. Hun rijbereik ligt dus hoger dan bij de ‘full electric’ variant. Dergelijke bussen zien we ongeveer in heel Europa rondrijden. In Antwerpen heeft De Lijn sinds 2014 5 waterstofbussen van de eerste generatie in gebruik.