Schaliegas: nieuwe mogelijkheden in het binnenste van de aarde

De extractiemethode van schaliegas doet veel stof opwaaien. Isabelle Moretti, verantwoordelijk voor niet-conventioneel gas bij ENGIE Exploration & Production, schetst ons het kader rond deze ‘nieuwe’ energiebron.
Damien G.
16/06/2015 |

Hoe wordt schaliegas gewonnen?

“Het ophalen van dit gas gebeurt volgens een ander procedé dan bij klassieke boringen, al is de techniek in sommige gebieden al routine geworden. Eerst wordt er verticaal geboord, zoals bij elke boring, en vervolgens horizontaal. Zodra de schalielaag is bereikt, wordt zo’n 1 000 à 1 500 meter verder geboord in horizontale richting. De diepte waarop het gas wordt gewonnen, is 1 500 tot 4 000 meter. Het is technisch mogelijk om dieper te boren, maar dan zouden de kosten te hoog oplopen.”

Zulke boringen zijn een heel specifieke activiteit…

“Meer nog, het is een technologische krachttoer: vandaag de dag kunnen boorders met grote precisie – bijna tot op de meter na – de stand en de inclinatie van de boorkop bepalen. Zodra de buis de gewenste plaats heeft bereikt, wordt het gashoudende gesteente gestimuleerd door een procédé dat ‘hydraulisch fractureren’ (fracking) heet. Dat bestaat erin dat een waterige vloeistof wordt geïnjecteerd in het gesteente om het plaatselijk te laten scheuren. Het injecteren gebeurt met een druk die hoger is dan de natuurlijke druk die het gesteente op deze diepte ondergaat. Dan wordt een oplossing, vooral bestaande uit water en kleine zandkorrels ter grootte van één of twee haartjes, geïnjecteerd om het gefractureerde gesteente open te houden. Daarna worden het water en het aanwezige gas, dat vrijkomt door het wegvallen van de druk, naar de oppervlakte gepompt. Het gewonnen gas is methaan, net als het klassieke gas van de conventionele voorraden. Het grote verschil zit hem in de aard van het gesteente: schalie is minder poreus dan de klassieke gesteenten, zodat meer putten moeten worden geboord en het gesteente moet worden gestimuleerd – nu nog door fracking, in de toekomst ongetwijfeld door andere technieken. Daar wordt heel actief onderzoek naar gedaan.”

Eigenlijk is dit niets nieuws…

“Dat is waar. In het Marcellusveld, aan de oostkust van de Verenigde Staten, werd het al in 1871 gewonnen! Maar het is pas de laatste decennia dat de Verenigde Staten een grote wereldproducent van schaliegas zijn geworden: één derde van de gasproductie van het land is nu afkomstig van boringen in kleisteenlagen.”

Wat zijn de gevolgen?

“De gevolgen zijn enorm. Dankzij schaliegas zijn de Verenigde Staten minder afhankelijk van buitenlandse bronnen. Een energiebron erbij betekent een meer gediversifieerde globale energiemix. En als een land minder energie moet importeren, krijgt het een betere handelsbalans. Deze evolutie was ook voordelig voor de industrie en voor alle consumenten in de Verenigde Staten: de energieprijzen zijn aanzienlijk gedaald door de winning van schaliegas, dat ter plaatse in grote hoeveelheden wordt geproduceerd. De gasprijs is er ruim de helft lager dan in Europa en de activiteiten rond schaliegaswinning hebben geleid tot de creatie van 1 à 2 miljoen directe en indirecte arbeidsplaatsen in het land.”

De commerciële winning van schaliegas biedt dus veel voordelen. Hoe komt het dan dat ze in Europa nog in de kinderschoenen staat?

“In Europa zijn de zaken nog niet duidelijk: waar bevindt het schaliegas zich precies en in welke hoeveelheden? Om de schaliegasvoorraden in kaart te kunnen brengen, zijn veel exploratieboringen nodig – en daar wringt het schoentje. De Franse regering, bijvoorbeeld, is heel terughoudend en heeft de oliemaatschappijen een verbod op fracking opgelegd. In Polen, daarentegen, zijn ze 4 jaar geleden begonnen met de exploratie, en andere landen zijn nu gevolgd, met name Groot-Brittannië en Spanje. Deze twee landen moedigen investeringen in schaliegas aan door gunstige fiscale maatregelen. Als alle andere Europese landen een standpunt hebben ingenomen en de winning van start is gegaan in de landen die groen licht hebben gegeven voor deze techniek, zou het best kunnen dat de verhoudingen tussen niet-producerende en producerende landen grondig veranderen.”

Volgens sommigen houdt de winning van schaliegas veel risico’s in: grootschalig waterverbruik, verontreiniging van de ondergrond, aardbevingen… Wat is daarvan aan?

“In de beginfase van de ontginning wordt tot 25 000 m³ water in de boorput geïnjecteerd. Dat lijkt geweldig veel, maar het is niet meer dan de hoeveelheid water die een stad als Parijs in 52 minuten of een middelgroot golfterrein in 25 dagen verbruikt. Bovendien wordt het gebruikte water gedeeltelijk teruggewonnen. Wat de verontreiniging van de ondergrond door chemicaliën betreft, moet je weten dat de met het water vermengde chemicaliën dienen om corrosie in de putten en de verspreiding van bacteriën te voorkomen. Al deze chemische additieven zijn gehomologeerd en de lijst kan worden geraadpleegd door het publiek. Zodra het schaliegas door fracking toegankelijk is gemaakt – een proces dat een paar dagen tot een week duurt – kan het zonder verder gebruik van water worden gewonnen. Tot slot is het waar dat fracking microscheurtjes veroorzaakt in de onderste aardlagen, zoals ook het geval is bij de winning van steenkool. De bevingen waarmee dit gepaard gaat, hebben meestal een kracht van minder dan 1,5 op de schaal van Richter, zodat ze bijna nooit worden gevoeld aan de oppervlakte. De scheurtjes zijn tientallen meters lang, maar slechts een paar microns breed en ze ontstaan verscheidene kilometers onder de grond. Ze komen nooit tot aan de oppervlakte van de aarde en ze gaan spontaan weer dicht, omdat de klei mettertijd uitzet.”

Hoe zit het met de CO2-uitstoot?

“De CO2-uitstoot ten gevolge van de verbranding van schalie- of ander gas is, per energie-eenheid, lager dan voor steenkool of aardolie. Bovendien zijn de milieukosten veroorzaakt door transport minimaal doordat lokaal wordt geproduceerd.”

Is er schaliegas in België?

“Zoals in de buurlanden zitten er in de Belgische ondergrond misschien ook aardgasvoorraden opgesloten in kleisteenlagen. Om het zeker te weten, zal er moeten worden geboord.”